Coating Excellence Guide

Lifting/Frying/Pickling

Tijdens het spuiten kan het voorkomen dat de voorgaande lagen opzwellen of omhoog komen, omdat de voorgaande lagen gedeeltelijk oplossen.

Oorzaak 

• Incompatibiliteit: de aangebrachte verf is niet geschikt voor de ondergrond. 
• Ontvetter te agressief voor de ondergrond (primer, filler en/of topcoat). 
• Mogelijk slechte hechting van de voorgaande verflaag. 
• Ondergrond niet goed uitgehard/nog niet volledig droog. 
• Te dikke verflaag aangebracht. 
• Buitengewoon lange uitdamptijd tussen de lagen. De eerste laag met extra lange uitdamptijd wordt door de volgende laag opgelost.

Preventie 

• Voer altijd een oplosmiddeltest uit op/rond het te repareren gebied. 
• Selecteer geschikte producten voor elke ondergrond. 
• Meng de producten volgens de technische gegevensbladen en gebruik de juiste spuittechniek; niet overvullen. 
• Gebruik de juiste droogtijden/temperaturen. 
• Breng de volgende lagen direct na de aanbevolen uitdamptijd aan.

Remedie 

• Bij minimaal omhoog komen van de lak, na droging schuren tot een stevige laag. Breng na het schuren het afwerkingssysteem opnieuw zorgvuldig aan. 
• Spuit gevoelige ondergronden altijd voorzichtig: 
− In dunne lagen en met voldoende uitdamptijd tussen de lagen. 
• Bij sterk omhoog komen van de lak, de lagen volledig verwijderen voordat u het nieuwe verfsysteem aanbrengt.

Sinaasappelhuid

Vers aangebrachte verf vloeit niet goed en lijkt op de schil van een sinaasappel (sinaasappelhuid).

Oorzaak 

• De verf is te dik, de spuitviscositeit is te hoog. 
• Verkeerde verharder, te snel. 
• Verkeerde verdunner, te snel. 
• Spuitdruk te hoog/te laag. 
• Spuitpistoolinstallatie: spuitmond te groot. 
• Extreem hoge temperaturen. 
• Verfmaterialen te koud.

Preventie 

• Gebruik de juiste mengverhouding (gebruik een maatstok of meng op een weegschaal). 
• Controleer de viscositeit. 
• Gebruik de aanbevolen verharder en verdunner voor de grootte van de klus, de temperatuur en de luchtstroom. 
• Breng producten aan volgens de TDS. 
• Zorg dat het spuitpistool correct is ingesteld op de producten. 
• De ideale spuittemperatuur is ongeveer 20 °C/68 °F. 
• Vermijd autospuiten bij extreem hoge temperaturen. 
• De opslagtemperatuur is ongeveer 20 °C/68 °F.

Remedie 

• Polijsten zal een licht sinaasappelhuideffect verhelpen. 
• Indien er sprake is van een ernstige sinaasappelhuid, schuur het object dan op en spuit het opnieuw.

Schuursporen

Er kunnen fijne/grove krassen in verschillende patronen, cirkelvormig of willekeurig, in de topcoat verschijnen, hetzij onmiddellijk of na verloop van tijd.

Oorzaak 

• Verkeerde schuurgraad gebruikt, te grof voor de later aangebrachte producten. 
• Onvoldoende droging/uitharding van de primer/surfacer/filler. 
• Verontreinigingen op het object die krassen veroorzaken: grove vuildeeltjes, etc. 
• Verkeerd schuurpapier/schuurpapierkorrel gebruikt voor handmatig schuren.

Preventie

• Controleer TDS voor het juiste schuurpapier. 
• Zorg ervoor dat de primer/surfacer of filler volledig is uitgehard voordat u gaat schuren. 
• Houd het te verven object schoon, ook tijdens het schuren. 
• Gebruik voor handmatig schuren geschikt schuurpapier.

Remedie

• Laat het verfsysteem eerst grondig drogen. 
• Schuur de ondergrond met het juiste schuurpapier en de juiste schuurkorrel. 
• Verwijder indien nodig krassen volledig uit de vorige laag door te schuren met de juiste schuurkorrel en volgens de juiste stappen. 
• Indien nodig, primer/surfacer/filler aanbrengen. 
• Breng de topcoat aan.